Vier op de tien inwoners in de regio Arnhem Nijmegen hebben interesse in het kopen van energie van een lokaal zonneveld of windmolenpark en een derde zou in een veld of een park willen investeren. Dat blijkt uit een enquête van de regio Arnhem Nijmegen. Deze enquête is uitgevoerd in het kader van de Regionale Energiestrategie (RES), waarvoor de regio plannen ontwikkelt voor het opwekken van elektriciteit via zon en wind en het verdelen van warmte in de regio. (lees hier meer over de Regionale Energietransitie in regio Arnhem Nijmegen)
“De interesse om financieel deel te nemen toont belangstelling aan onder de inwoners. De ervaring leert dat het draagvlak voor zonne- en windparken groter wordt als omwonenden direct vanaf het eerste moment tot aan de totstandkoming betrokken zijn”, legt Titus Burgers, wethouder duurzaamheid in gemeente Wijchen en voorzitter van het regionale overleg Duurzaamheid uit. “Deze resultaten zijn voor ons een extra stimulans om de aankomende tijd, waarin de plannen voor meer zonnevelden en windmolens verder worden uitgewerkt, intensief met de inwoners samen te werken.”
Liever zonnepark dan windmolen
De enquête laat ook zien dat ruim vijftig procent van de ondervraagden geen bezwaar heeft tegen een zonnepark aan de rand van de eigen woonwijk. Over windmolens is men minder enthousiast, meer ondervraagden (veertig procent) vinden een windmolenpark in de buurt niet acceptabel, tegen dertig procent die het wel acceptabel vindt. En als er windmolens worden geplaatst dan ziet men ze liever bij elkaar in een park dan verspreid over de regio.
De voorkeur voor zonnevelden boven windmolens zien we ook terug in het huidige energieplan van de RES Arnhem Nijmegen dat begin deze maand werd gepresenteerd. Netbeheerder Liander adviseert echter om een gelijke verdeling tussen zon en wind na te streven en zon en wind te combineren op één locatie, zo staat te lezen in hetzelfde plan. Wind waait dag en nacht, en ook in de winter leveren molens elektriciteit. Bovendien is het veel goedkoper om een energienet aan te leggen dat gevoed wordt door zon én wind: de technieken kunnen gezamenlijk gebruik maken van dezelfde netaansluiting. Dat scheelt de belastingbetaler veel geld.
Daarnaast vraagt een windmolen minder ruimte dan een zonnepark bij het opwekken van eenzelfde hoeveelheid elektriciteit. Een windmolen van 200 meter hoog wekt evenveel elektriciteit op als een zonneveld met een omvang van 23 hectare.
Allerliefst zonnepanelen op daken
Liever nog zien de inwoners zonnepanelen op daken van openbare gebouwen. 72 Procent is het eens met de stelling dat over vijf jaar alle daken van openbare gebouwen voorzien moeten zijn van zonnepanelen. Deze voorkeur is meegenomen in het energieplan van de regio Arnhem Nijmegen. Om het mogelijk te maken moet echter de wetgeving worden aangepast. “Wij roepen het Rijk op om met een landelijke aanpak te komen waarmee gemeenten zonnepanelen op daken kunnen stimuleren of zelfs afdwingen”, vertelt Burgers. Dit past bij het principe van de ‘zonneladder’: eerst op het dak en dan op de grond. “Het is wel belangrijk om je te realiseren dat we met alleen zonnepanelen op daken onze energiedoelstellingen niet gaan halen. Daarvoor hebben we ook de windmolens en zonneweides op de grond nodig.”
Onderzoek Regio Arnhem Nijmegen
Deze enquête werd gehouden door Kantar, voorheen TNS NIPO, onder een representatieve groep inwoners van Regio Arnhem Nijmegen. Het doel van het onderzoek was om inzicht te krijgen in de aandacht voor verduurzaming in het algemeen en het draagvlak voor de energietransitie in de regio in het bijzonder. Daarvoor is een groot representatief panel van inwoners uit de regio benaderd uit de TNS NIPO database en zijn daarnaast extra inwoners via een brief benaderd om de digitale vragenlijst in te vullen. 4.240 personen hebben gereageerd.
De resultaten van de enquête vind je hier.
Bron: RegioAN