Nijmegen is dit jaar Green Capital van Europa. Tegelijkertijd heeft Nijmegen volgens het Gelders Energieakkoord niet het duurzaamste coalitieakkoord van de provincie en staat op de ranglijst van Gelderse gemeenten op plek 11. Hoe kan dat?
Dat we op nummer 11 staan komt denk ik omdat ons coalitieakkoord simpelweg anders is opgebouwd. We hebben een beperkt coalitieakkoord waarin alleen staat wat we anders of meer willen doen aan ons bestaande beleid. Dat staat er ook in. Als je alles bij elkaar optelt en kijkt op welke plek we dan staan…
Je vindt het niet eerlijk?
Tja, laat ons gewoon lekker ons werk doen. Ik ben ontzettend blij dat er om ons heen hele ambitieuze coalitieakkoorden liggen. Zeker in Arnhem, onze zusterstad. Arnhem liep er tegenaan dat er bijna geen budget, menskracht en kennis was voor energietransitie. Zij hebben echt een inhaalslag te maken en daar hebben ze op geacteerd. Ze kunnen daar nu echt iets doen. Dat is fijn want we moeten toch samen optrekken, ook bij de gezamenlijke inkoop en dan is het heel onhandig als je als gemeenten verschillende snelheden hebt.
Hoe ziet het coalitieakkoord van Gemeente Nijmegen er precies uit?
Het is een document van 35 pagina’s, inclusief financiën en portefeuilleverdeling. Heel beperkt. Er zitten enorme plannen achter maar die hebben we niet helemaal beschreven in het akkoord. We hebben gefocust op vier opgaven voor de stad. Het moet duurzaam en sociaal en we willen de economische veerkracht versterken, dat hangt overigens ook samen met duurzaamheid. Onze economische agenda loopt achter, daar moeten we op inzetten. En tot slot: bouw een aantrekkelijke stad. Dat heeft te maken met leefbaarheid en aantrekkelijke ruimte. Dit alles zien we als onze centrale ambities en dat het duurzaam moet staat op nummer één.
Vertel eens over de duurzaamheidsplannen.
We hebben een enorme ambitie geformuleerd, bovenop wat we al decennialang doen. Zo willen we nu in acht wijken starten met een energieplan om ze gasvrij te maken: Hengstdal, Bottendaal en alle wijken van Dukenburg. We hebben daar bewust geen einddatum aan gehangen omdat we merken dat mensen het er Spaans benauwd van krijgen.
Spaans benauwd?
Ik heb voor zaaltjes gestaan met honderden mensen die echt bang zijn. Ze kunnen het zich moeilijk voorstellen, een huis zonder gasaansluiting. We zijn daarom heel voorzichtig in onze formuleringen maar de ambitie is enorm. Voor acht wijken gaan we plannen maken en we koersen op een tempo van 2.500 tot 3.000 woningen per jaar. Dit is het beschreven tempo in de warmtevisie en dat moeten we halen. De komende vier jaar gaat daar veel aandacht naartoe, en de meeste extra financiële middelen.
Hoe zit het met duurzaamheid in de regio?
We hebben een regionale agenda gemaakt in het overleg duurzaamheid waar we ons aan hebben verbonden. We hebben nu een regionale kaart met wat er allemaal moet gebeuren. Op dit moment worden er regionale ateliers uitgevoerd over de vraag waar de capaciteit allemaal moet komen. Dat is gigantisch. Het gaat bijvoorbeeld over 25 extra molens voor 2023. We hebben de plannen vastgesteld in het college en doorgezet naar de raad.
Wat doet Nijmegen in deze plannen?
We doen een aantal dingen. De windcoöperatie is bezig met een groot zonnepark onder het windpark, De Grift. We hebben de Duitse bocht waar van alles gebeurt langs de A73 bij Lindenholt en er zijn plannen voor twee windmolens op het voormalige ENGIE-terrein. Die ondersteunen wij vanuit het college maar we hebben dat nog niet expliciet gemeld. Dat komt doordat de provincie bevoegd is en we wachten op het moment dat ons advies die kant op gaat, maar in woord en daad hebben we dat altijd gedaan. Verder verkennen we met Beuningen en Wijchen wat we aan de westkant van de gemeentegrens kunnen doen aan windenergieopstellingen.
Veel aan de rand van de stad.
Als Nijmegen hebben we het moeilijk omdat we een ontzettend compacte stad zijn. Dat is ook de reden dat we vanaf 2011 achter die regionale strategie aan hebben gezeten, wetende dat wij het van onze buurgemeenten moeten hebben. Je kunt nu eenmaal geen windmolen midden in het centrum zetten. We hebben weinig eigen grondgebied en geen buitengebied; de gemeentegrens loopt strak om de stad heen. Een stad als Arnhem heeft bijvoorbeeld veel meer grond.
Wat kun je wel doen in Nijmegen?
We hebben in het coalitieakkoord gezet dat we aan de slag gaan met bedrijfsdaken. Zo hebben we aan de windcoöperatie onlangs een subsidie verstrekt zodat zij volop kunnen inzetten op postcoderoos-projecten. Voor zonnepanelen op grote daken, bijvoorbeeld bij bedrijven.
Gaat dat werken, denk je?
We hebben afgelopen jaren veel geëxperimenteerd met mogelijkheden om bedrijven te stimuleren iets te doen met energiebesparing en -opwekking. Dat is bijna allemaal mislukt en dat is heel verdrietig. We hebben projecten gestimuleerd, gesubsidieerd, gefaciliteerd. Ook in samenwerking met VNO/NCW. Grootscheepse acties en misschien vijf bedrijven die meedoen. Blijkbaar is er te weinig motivatie en/of financiële ruimte bij bedrijven om het zelf te doen.
Hoe komt het dat bedrijven niet gemotiveerd zijn?
Van bedrijven horen we dat het binnen twee jaar moet worden terugbetaald en dat ze anders niet kunnen meedoen. Het zijn echter nooit investeringen die zich binnen twee jaar terugbetalen. Misschien binnen vijf of zeven jaar. Of langer.
Snap je dat bedrijven het niet doen?
Ik ben vaak teleurgesteld in de houding van bedrijven. We komen natuurlijk uit de crisistijd en bedrijven waren vaak al blij als ze de salarissen konden betalen. Dat is de realiteit. Je kunt ze aan alle kanten helpen. Met plannen en heel concreet met gezamenlijke inkoop. Subsidieaanvragen hebben we ook voor ze gedaan. Er is wel wat uitgekomen maar niet zoveel als we hadden gewild. Het hadden veertig bedrijven kunnen zijn en het zijn er zeven of acht.
Wat wil je nu bij bedrijven bereiken?
Het is heel lastig targets te stellen bij dingen waar je niet rechtstreeks invloed op hebt en we vinden we het niet motiverend als je het niet kunt waarmaken. We kunnen bedrijven niet verplichten dat ze een dak vol leggen met zonnepanelen.
Hoe zit het met woningcorporaties?
Wij hebben hele harde prestatieafspraken met woningbouwcorporaties. In principe is afgesproken dat hun bestand 75 procent energieneutraal is in 2030. Of klimaatneutraal. Dat zijn discussies die ik persoonlijk niet zo interessant vind. Ik vind de beweging interessanter. Dat je aansluit op de investeringsagenda’s van woningbouwcoöperaties.
Klinkt logisch.
Toch is dat een proces geweest van drie jaar. We zijn gestart met een labelstappenoorlog. In het vorige akkoord stond dat alle corporatiewoningen dit jaar minimaal label B moeten hebben. Dat kan helemaal niet, dan krijg je allemaal desinvesteringen. Woningen die echt nog te ingewikkeld en te kostbaar zijn omdat ze in negentiende-eeuwse wijken liggen: daar moet je een ander plan voor bedenken. Ik vond dat redelijk. Na die labelstappenoorlog zijn we met elkaar gaan kijken wat begaanbare paden zijn. De afspraak is nu dat complexen van het gas af gaan zodra er groot onderhoud of renovatie plaatsvindt. Daar gaat het investeringsvolume naartoe en heel veel meer kun je niet vragen. We moeten het samen doen en ik vind het fantastisch dat we dit nu op een constructieve wijze wijk voor wijk oppakken en alles plannen.
Samenwerken dus.
Samen is een kernwoord. Je kunt als stadhuis een heleboel roepen maar als je niet de doorzettingsmacht hebt om het te bereiken, kom je in zo’n labelstappenoorlog terecht. Het helpt veel meer om met de corporaties te kijken wat binnen de financiële mogelijkheden de maximale ambitie is. Wat hebben jullie nodig en wat hebben wij nodig?
Hoe zie je de samenwerking met andere gemeenten?
Het is mooi om samen te proberen het opgesteld vermogen te realiseren. Politiek gezien is het ook interessant want je moet niet bezwaar gaan maken tegen elkaars plannen. Je hebt altijd vier- tot vijfhonderd meter grond nodig waar niets staat. Dat vind je alleen op industrieterreinen of in buitengebieden en die liggen vaak bij de gemeentegrenzen.
Speelde samenwerking ook een rol bij het winnen van de titel Green Capital?
We zijn Green Capital geworden omdat we samenwerken met alle partijen in de stad en in de regio, onze buurgemeenten, de Provincie, en daarin hele goede resultaten halen. Overigens niet eens zozeer op het gebied van energietransitie, want dat blijft lastig in een compacte stad. Midden in de stad kunnen we geen grootschalig windpark of zonnepark kwijt. Daarom willen we nu echt aan de slag met bedrijfsdaken en ons eigen bedrijventerrein, Park 15. Die daken moeten vol met zonnepanelen. Het instrumentarium dat we hebben, benutten we. Alleen heb je als stad helaas niet zoveel instrumentarium en ook niet zoveel financiën. Je kunt er eens tien miljoen tegenaan gooien maar het is zo op als je dingen zelf gaat doen. Je moet de combinatie zoeken om de plannen groot te laten zijn en met enige massa te laten uitvoeren.
Is Nijmegen zo donkergroen als het lijkt?
Nijmegen lijkt ontzettend groen, maar het leeft niet onder alle burgers. Het leeft in geen enkele gemeente onder álle burgers. Ik durf wel te stellen dat het in Nijmegen meer leeft dan elders. Dat merk je met de Green Capital Challenges en mensen die voortdurend bezig zijn om aandacht te vragen in de wijken.
Zelfs de koning is komen kijken.
Het koningshuis volgt Nijmegen al een tijdje en ze zijn erg onder de indruk. De koningin is op bezoek geweest bij het windpark en vorig jaar heeft de koning Velo-city geopend.
Is Nijmegen een echte fietsstad?
Ons fietsbeleid is redelijk volwassen in het grofmazige netwerk. In het fijnmazige netwerk is nog wel wat te doen.
Je wordt niet zomaar Green Capital.
Zeker niet, dat is een zware inhoudelijke toets en we staan nu in een illuster rijtje van Kopenhagen, Stockholm, Oslo, Essen en Lissabon, dat voor een zuidelijk land heel veel doet aan duurzaamheid. Nijmegen is een rolmodel voor een middelgrote stad in Europa. Dat wil echter niet zeggen dat andere steden minder goed bezig zijn. In de mobiliteit is Arnhem op het gebied van waterstof en elektriciteit veel verder dan Nijmegen. Wij zijn weer verder in fietsen en de mogelijkheden van Mobility as a Service, de MaaS-concepten. Dat verschil is logisch; je kunt je geld maar één keer uitgeven. Wij hebben veel energie gestoken in fietsen, de campus en MaaS, en Arnhem heeft zwaar ingezet op waterstof en elektra.
Kun je elkaar versterken en van elkaar leren?
Innovatie in een stad gaat altijd gepaard met faalkosten en als je van elkaar kunt leren hoef je niet allebei de faalkosten te maken. Wij kunnen goede voorbeelden overnemen en andersom. Nijmegen is echt niet op alle terreinen nummer één. Maar we hebben een hele hoge standaard en ik durf te stellen dat duurzaamheid meer dan gemiddeld leeft in de stad. Daar doen we dit jaar nog meer moeite voor.
Nijmegen als groene stad is niet alleen iets van dit jaar.
Het heeft inderdaad een lange historie. In de jaren tachtig waren veel mensen bezorgd om de luchtkwaliteit aan de westkant van de stad, waar heel veel industrie zit. Ze dachten dat meer mensen kanker hadden dan in andere delen van de stad. Dat is onderzocht en nooit bewezen maar het heeft wel een traditie gegeven van samenwerking. Nu zijn dat wijken waar mensen wonen die normaal niet zoveel op hebben met milieuzaken maar ze waren heel bezorgd. Anderzijds hebben we een zeer kritische bevolking, uitermate hoogopgeleid, plus een biologiefaculteit waar mensen van alles aan te merken hebben op de biodiversiteit in en om de stad en ons met van alles bestoken. En dat al tientallen jaren.
Nijmegen is al jaren Havana aan de Waal.
GroenLinks is hier altijd heel sterk geweest en sinds 2002 zitten we in het college. Hierdoor is er een continu milieubeleid en we gaan proberen dat integraal in alle beleidsterreinen mee te nemen. Op het gebied van duurzaam inkopen zijn we een van de koplopers, ik krijg daar veel complimenten over. Stedelijke ontwikkeling, mobiliteit, fietsen, duurzame economie, circulaire stad, ons eigen vastgoed dat al sinds 2012 wordt verduurzaamd. Het zit op heel veel terreinen diep in de organisatie.
Zit duurzaamheid ook diep in jou?
Ik ben sinds 1985 vanuit mijn persoonlijke interesse bezig met dit soort dingen. Ik heb zorgen over onze toekomst en die van onze kinderen. Dat heb ik al sinds de middelbare school. Toen was het zure regen, daarna de ozonlaag. We hebben steeds milieuschandalen gehad en dat gaat niet meer over. Ik ben blij dat ik me hiervoor kan inzetten. Ik ben me ervan bewust dat het in het grote geheel misschien niet zoveel doet maar op lokaal niveau boek je praktische resultaten.
Wat is jouw achtergrond?
Ik heb milieukunde en bestuurskunde gestudeerd en kwam in de gemeenteraad van Rheden. Vervolgens werd ik daar wethouder en heb het klimaatbeleid, natuurbeleid en landschapsbeleid opgezet. Ik werd destijds overigens bijna gekielhaald vanwege het concept ‘wind boven bos’, dat ervan uitgaat dat beesten er echt geen last van hebben als er molens boven de bomen staan te draaien. Van die paal in het bos hebben ze net zomin last als van de grote drinkwaterputten die er zijn. Je kunt niet zeggen dat de hele Veluwe gevrijwaard moet blijven en er wel mensen mee lastigvallen.
Gaat het makkelijker in Nijmegen?
Nijmegen is uiteraard een walhalla voor een GroenLinks-wethouder. Toen ik hier kwam merkte ik dat alles hier heel goed is ingebed. Dat is fijn werken. Het is vanzelfsprekend dat duurzaamheid belangrijk is en dat is een groot verschil met toen ik in Rheden begon.
Wat is de rol van de gemeente?
De rol van de gemeente is goede initiatieven omarmen, innovatie stimuleren, handhaven en nieuwe technieken grootschalig uitrollen. We hebben geleerd niet op voorhand te veel ambities te stapelen. Vaak gaat het gelijk op en dan hou je de energie erin. Je moet balanceren tussen doelen stellen en het laten ontstaan. Niet van tevoren alles bepalen maar een doel stellen en gaandeweg dingen erbij. Elkaar ruimte geven en als gemeente beseffen dat je maar een van de partijen bent. En de andere partijen de ruimte geven om hun ding te doen. Je moet je plaats weten.
En dan burgers meekrijgen, steeds weer en nog meer?
Ik vind dat Wiek-II burgers heel goed heeft betrokken met het bouwen van het windpark. Laatst mocht ik op de universiteit onderzoeksvragen stellen aan de faculteit Managementwetenschappen. Dat heb ik uitbundig gedaan. Een van die vragen was: geef me nou eens een handboek soldaat. Een soort handvat waarmee je kunt verwachten dat mensen op termijn meegaan in het gedachtengoed. Ik heb er inmiddels wel een beeld bij, maar het zou handig zijn als ik naar de raad kan gaan en kan zeggen: het is geen weggegooid geld. Zo’n handboek hebben we niet.
Toch lijkt het allemaal te lukken in Nijmegen. Hoe kan dat?
We brengen duurzaamheid in alle aspecten van het leven. Dat is ook het aantrekkelijke geweest van de Green Capital wedstrijd. We moesten ons presenteren op twaalf thema’s. Heel breed en het is de uitdaging om die breedte vast te houden. Ik ben blij als ik nu in de kerk in Dukenburg een foldertje aantref met het logo van Green Capital waarin allerlei tips staan voor een duurzame vastentijd. In wijkbladen zie ik dat buurtfeestjes vaak groene feestjes zijn omdat het Green Capital jaar is. En met de Operatie Steenbreek zijn we gestart met het vergroenen van 32 schoolpleinen en alle tuintjes eromheen. Steen eruit, boom erin.
Mooie initiatieven. Gaat dat allemaal vanzelf?
Mensen vinden het ook nog lastig. Ik stond laatst te praten met een buurman over dat de buurvrouw haar tuin ging vergroenen. Hij moest er niet aan denken. ‘Het kost een vermogen, we zijn vaak weg en we moeten het allemaal bijhouden.’ Je kunt mensen niet dwingen maar soms kun je een soort buurtgevoel creëren. Om het met z’n allen te doen. Niemand woont meer op een plek waar binnen dertig meter niet iets groens is. Dat hebben we al bereikt. Maar mensen hebben vaak iets anders aan hun hoofd. Ze hebben zorgen of ze kunnen rondkomen, kampen met ziekte, of problemen met kinderen.
Het lukt ook niet altijd in Nijmegen.
Ik heb projecten stilgezet na tachtigduizend euro en als resultaat vier zonnepanelen. Dan weet ik niet meer hoe ik dat aan de raad moet uitleggen. Met alles conform de psychologie hoe het zou moeten werken met buurtmaatjes en ambassadeurs en weet ik wat allemaal. Na anderhalf jaar moet je dan toch constateren dat het heel veel geld heeft gekost en weinig heeft opgeleverd.
Het handboek heb je niet, maar je hebt wel ervaring. Hoe moet het dan?
Ik denk dat je voortdurend gesprekken met mensen moet hebben. Je moet die beweging steeds tien kanten op maken, het moet in je leefpatroon komen, je kinderen, je buurvrouw, de gemeente. Het moet zichtbaar worden in de stad en het moet vrolijk zijn, niet alleen tobberig.
Verklaart dat ook het succes van Windpark Nijmegen-Betuwe?
Heel veel mensen vinden het windpark sympathiek. Nijmegen is op zich al een succesfactor omdat het een universiteitsstad is. In steden als Utrecht, Groningen, Leiden, Haarlem en Delft lukt het ook, denk ik. Je kunt de steden aanwijzen waar de helft van de bevolking hoogopgeleid is. Vaak hebben die steden ook faculteiten gelieerd aan dit soort vraagstukken en is er voldoende kritische massa om dit soort dingen van de grond te krijgen.
Hoe zie je de betrokkenheid van burgers?
Ik vind het heel belangrijk dat de windcoöperatie zich ontwikkelt tot een stadsbrede coöperatie waar alle energie-initiatieven onder kunnen vallen. De windcoöperatie is ontzettend goed bezig met de borging van opgesteld vermogen. Let wel, we hebben het hier over investeringen over dertig jaar. Ze zijn zich erg bewust van de verantwoordelijkheid die ze dragen, in de aandelen die tot in lengte van dagen uitkering behoeven en een goede administratie vereisen. En dat initiatieven die ontstaan in de stad een vruchtbare voedingsbodem vinden. Die initiatieven zijn heel belangrijk voor het kritisch draagvlak.
Wat wil jij over vier jaar hebben bereikt?
Over vier jaar wil ik dat we in acht wijken plannen hebben liggen voor het gasvrij maken van woningen. Ik wil dat die plannen een keurig democratisch proces hebben doorlopen en al in uitvoering zijn. Het is belangrijk dat het democratisch verloopt en dat je het goed in de raad afkaart. Een goede procedure, een goed besluitvormingsproces is noodzakelijk. Wat betreft zonnepanelen op bedrijfsdaken ben ik benieuwd of het deze keer wel gaat lukken na alle eerdere pogingen. Niet alles is mislukt maar het grootschalig uitrollen is nog niet gelukt. Ik vind die postcoderoos nu interessant, dan hoeven bedrijven niet zelf te investeren. Blijkbaar is het investeringsvermogen te gering, zeker bij het mkb, en bij grote bedrijven hebben we nog geen middelen om het te verplichten.
Nijmegen: Harriët Tiemens (GroenLinks)
Harriët Tiemens (1967) studeerde HBO Milieukunde en later Bestuurskunde in Leiden. Daarna werkte ze als organisatieadviseur in de zakelijke dienstverlening en hielp bedrijven en overheden bij beleids- en organisatieontwikkeling. Ze werd in 1999 lid van GroenLinks en meteen actief in de partij. In 2002 begon ze als raadslid in de gemeente Rheden en was daar wethouder van 2007 tot 2014. Sinds 2014 is ze wethouder in Nijmegen. Vorig jaar werd ze door dagblad Trouw op nummer vijf geplaatst van de Duurzame Top-100 omdat Nijmegen zich stevig profileert als duurzame stad. In 2018 is de stad European Green Capital en in 2017 was Nijmegen gastheer voor het wereldfietscongres Velo-city.
In Nijmegen heeft zij in haar portefeuille:
– Duurzaamheid (klimaat en energie)
– Wonen
– Mobiliteit
– Parkeren
– Groen en water
Interview en tekst: @tefkevandijk