Terugblik bijeenkomst Energiepark Oud-Dijk Zuid

‘Liever zonnepanelen en windmolens, dan oprukkende industrie’ in Oud-Dijk Zuid

‘We willen tot een eerste schets komen’, vertelde Pim de Ridder van Burgers Geven Energie aan de buurt. ‘Hoe zou een energiepark in Oud-Dijk Zuid er uit kunnen zien? Wat hebben we nodig om in de energiebehoefte van de inwoners in het gebied te voorzien? Hoe realiseren we dat en hoe zorgen we dat het project van de mensen van hier wordt, op een manier die past bij het gebied?’ Vragen die platform Burgers Geven Energie samen met de buurt wil beantwoorden.

Zonnepanelen op bedrijventerrein 7Poort

De inwoners van Oud-Dijk Zuid verbruiken samen jaarlijks 20.000 MWh (20 GWh) aan elektriciteit en 90 GWh aan warmte (gelijk aan 30 GWh elektriciteit). De eerste vraag die De Ridder beantwoordde is hoeveel energie kan worden opgewekt met zonnepanelen op bedrijventerrein 7Poort. Hiermee kwam De Ridder tegemoet aan het verzoek van de buurt om uit te zoeken of het zinvol is om het bedrijventerrein in het project te betrekken. ‘Op het bedrijventerrein is ruimte voor maximaal 200.000 panelen. Het bedrijventerrein zelf verbruikt 70 GWh elektriciteit per jaar. Om dat op te wekken zijn 280.000 zonnepanelen nodig. Onze conclusie is dus dat het niet mogelijk is om energie voor de wijken en dorpen uit 7Poort te halen.’

De energietafel rekent het uit

Hoe kan het dan wel? Met de energietafel liet De Ridder zien hoe energie kan worden opgewekt om Babberich, Didam-Zuid en Groot Holthuizen van groene stroom te voorzien. Ook schetste hij de opties: zon, wind en biomassa. ‘Om 20 GWh op te wekken, is een zonnepark nodig met 45.000 panelen. Dit vergt ongeveer 15 hectare grond’, rekende De Ridder voor. Een andere optie zijn windmolens. ‘De vraag is dan: kies je voor meerdere kleine turbines of enkele grote?’ Een windmolen met een tiphoogte van 150 meter (het hoogste punt van de wieken, red.) is goed voor 2.5 MW stroom. ‘Met twee of drie windmolens komen we in de buurt van wat we nodig hebben. Eén grote windturbine, met een tiphoogte van 240 meter, zorgt voor ongeveer de helft van de lokale elektriciteitsvraag en levert ongeveer hetzelfde op als drie kleinere van 150 meter.’

Wind én zon: een goede combinatie

Een goede oplossing is volgens De Ridder een combinatie van zonne- en windenergie. ‘Wind en zon vullen elkaar goed aan. Als het waait, haal je energie uit de wind. Schijnt de zon, dan voorzien de zonnepanelen in je energie. Ook de seizoenen spelen een rol: om jaarrond energie op te wekken is de combinatie van wind- en zonne-energie ook gunstig.’ Bovendien wordt zo de infrastructuur optimaal gebruikt. ‘De elektriciteit van de windmolens en zonnepanelen kan via één kabel aan het elektriciteitsnet worden geleverd. Ook heb je maar één netaansluiting nodig. Dat scheelt weer in de kosten.’
Naast wind en zon kan biomassa of -vergisting uitkomst bieden. ‘Zevenaar heeft een historie met olifantsgras. Dit groeit snel en levert zo’n 0,83 GWh per hectare aan energie op.’ Voor geothermie, waarbij energie uit aardwarmte wordt gewonnen, is het gebied niet geschikt.

‘Voor welke techniek we kiezen staat open’, aldus De Ridder. ‘Hoe we het energiepark inrichten is de uitkomst van een zoekproces, dat we graag samen met jullie – de mensen uit de buurt – willen doorlopen.’ Bekijk de energieopgave en kansen voor duurzame energie-opwek in Oud-Dijk Zuid.

Het energiepark in handen van de buurt

In twee deelsessies gingen de deelnemers vervolgens op onderzoek uit, naar vormen van participatie en de landschappelijke inpassing. Ineke de Jong voerde de deelnemers mee in ‘participatieland’. Hoe maak je het Energiepark Oud-Dijk Zuid écht van de buurt? Hoe geef je dat vorm? Vanuit haar betrokkenheid bij Burgers Geven Energie, de Vereniging voor Energiecoöperaties Gelderland (VECG) en coöperatie WindpowerNijmegen kent de Jong de wereld van de energiecoöperaties goed.

‘In Nederland zijn een aantal gangbare modellen om burgers bij energieprojecten te betrekken”, legde De Jong uit. De meest eenvoudige is een BV, die aandelen of obligaties uitgeeft. Een puur financieel model. De tweede is een participatiecoöperatie. ‘De leden leggen samen geld in om een energieproject te realiseren. In ruil hiervoor krijgen ze rente of rendement op hun investering. Het beheer van de projecten ligt bij een of meerdere aparte BV’s, die eigendom zijn van de coöperatie. Daarnaast kiezen de participatiecoöperaties er vaak voor om een omgevingsfonds in te richten. Hiermee wordt een deel van de opbrengsten besteed aan sociaal-maatschappelijke projecten in het omliggende gebied.’
Een voorbeeld is WindpowerNijmegen. Deze coöperatie heeft het windpark Nijmegen-Betuwe, met vier windmolens, ontwikkeld en werkt nu aan een nieuw project, Zonnepark de Grift.

In de derde variant werken burgers samen om hun dorp of buurt volledig energieneutraal te maken. ‘In dit geval hebben de deelnemers financieel voordeel en nemen ze ook de opgewekte stroom af. De coöperatieleden bepalen samen waar de opbrengsten naar toe gaan. Dat kan zijn in de eigen portemonnee, maar ook in projecten die gunstig zijn voor de leefbaarheid van het dorp.’ Een voorbeeld hiervan is het Traais Energie Collectief uit het Brabantse Terheijden.

Lancering coöperatie Peperbus Energie

Op basis van de modellen legde De Jong een idee voor, hoe een coöperatie voor Oud-Dijk Zuid eruit zou kunnen zien. ‘Je kunt denken aan een vorm, waarbij leden van de coöperatie voordelig stroom afnemen en ook kunnen mee-investeren. Misschien is ook een buurtfonds een goed plan voor dit gebied, om projecten voor de leefbaarheid van de wijken te realiseren. De keuze is uiteindelijk aan de leden, de mensen die aansluiten bij het initiatief.’ Bekijk de participatiemodellen van Ineke de Jong.

Op woensdag 3 juli a.s. wordt Peperbus Energie gelanceerd, de coöperatie voor Oud Dijk Zuid. Dit gebeurt met een feestelijke bijeenkomst in het Energiecircus van Burgers Geven Energie. Vanaf dat moment zetten de leden samen de koers verder uit. Burgers Geven Energie ondersteunt waar gewenst. Heb je interesse, dan kun je nu al lid worden van Peperbus Energie i.o.

De Jong had nog een paar tips. Een energie-initiatief opstarten is niet moeilijk, maar kost wel tijd en aandacht. ‘Betrek mensen die dichtbij wonen. Vorm een bestuur en een kerngroep en laat die voorstellen formuleren. Neem de tijd om met elkaar van gedachten te wisselen. Wie kan lid worden, wat willen we met elkaar bereiken en wie willen we betrekken? Dat kost tijd, maar levert de mooiste en breed gedragen projecten op.’

Rol van boeren

Om het Energiepark Oud-Dijk Zuid te realiseren stellen boeren uit Babberich hun grond beschikbaar. Joris Gieling is één van hen. Op de vraag welke rol hij voor zichzelf ziet in de coöperatie antwoordde hij: ‘Het idee is dat de grondeigenaren een vergoeding krijgen voor het grondgebruik. Verder hebben we geen speciale positie in de coöperatie. Ik word graag lid en hoop dat we als buurt samen deze kans pakken om onze eigen energie op te wekken.‘

Impact op het landschap

Landschapsarchitect Jan Hofstra onderzocht met de deelnemers de impact van windmolens en zonnepanelen op het landschap. Door zonnepanelen en windmolens op schaal op een kaart te zetten, kregen de deelnemers een indruk van de ruimte die het inneemt. Dit leverde de nodige vragen en discussies op. ‘Waarom kostbare landbouwgrond benutten, terwijl er nog steeds veel boerenschuren onbenut zijn? Gebruik die eerst om zonne-energie op te wekken’, stelde een aanwezige. Hofstra beaamde dat dit nodig is, maar dat het onvoldoende energie oplevert om heel Oud-Dijk Zuid van duurzame stroom te voorzien.

Voor een ander was kernenergie de oplossing van het energievraagstuk. Weer een ander zag wel wat in het plan voor een eigen energiepark. ‘Ik vind het een mooi initiatief. Geef mij maar zonnepanelen en windmolens. Liever dan een industrieterrein in mijn achtertuin. Voor mezelf, maar ook voor de toekomst van mijn kinderen.‘ Landschapsarchitect Hofstra gebruikt de input om op een later moment met de buurt schetsen voor het Energiepark Oud-Dijk Zuid te maken.

Tot slot: hoe zit het met Montferland?

Op verzoek van de buurt legde duurzaamheidscoördinator Marije Schulten tenslotte het lokale beleid van buurgemeente Montferland toe. Oud-Dijk Zuid ligt immers pal tegen de gemeentegrens. De gemeente Montferland is ambitieus en wil in 2030 energieneutraal zijn. Om dat te bereiken wordt eerst ingezet op besparing op gas en elektra. Daarnaast is de wens om lokaal duurzame energie op te wekken, met zon en wind en wat biomassa.

Schulten: ‘We beginnen met op zon op daken van particulieren en bedrijven. Daarna kijken we naar grondgebonden zonneparken. Voor windenergie verwachten we pas in 2020 een besluit van de gemeenteraad. Liefst zien we windmolens langs bestaande wegen, zoals de A12 of de A18, maar helaas kan dat in onze gemeente niet. Daar wonen teveel mensen.’ Kansen voor windmolens ziet de gemeente nu bij Azewijn, Stokkum en Loil. ‘ Met alle betrokken partijen bekijken we wat de beste opties zijn.’

Gemeente Zevenaar heeft een eigen energiebeleid. Afstemming tussen de gemeenten gebeurt onder andere via de zogenaamde Regionale Energie Strategie (RES) die op dit moment wordt opgesteld. In deze RES worden klimaat- en energiemaatregelen per regio vastgelegd. Gemeentelijke plannen maken daar een deel van uit.

Heb je vragen over Energiepark Oud-Dijk Zuid of Peperbus Energie? Stuur een mail.

Meld je aan voor de lancering van coöperatie Peperbus Energie op woensdag 3 juli in Babberich.

Reageer op dit bericht

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *