In juni 2017 hebben zeventien gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen een contract gesloten voor de levering van elektriciteit voor de komende vijf tot twintig jaar. Afspraak is dat deze energie duurzaam wordt opgewekt met nieuwe projecten in de regio. Welke kansen liggen er en waar zitten eventuele knelpunten? We maken een ronde langs de duurzaamheidwethouders van de deelnemende gemeenten om ze te vragen naar hun ambities op het gebied van de energietransitie en de bijdrage die zij (concreet) denken te leveren in de komende vier jaar. In de gemeente Renkum spreken we Groenlinks-duurzaamheidswethouder Joa Maouche.
Wanneer willen jullie als gemeente klimaatneutraal zijn?
Wij hebben de ambitie om in 2040 klimaatneutraal te zijn. Als eerste gemeente in Nederland staan we op de CO2-prestatieladder, dat is een objectieve meetlat hoe je presteert op CO2-uitstoot. Het gaat dan over de hele organisatie, het gebouw, de auto’s, verwarming en verlichting. Je kijkt hoe je presteert en ziet waar je kunt verbeteren. Andere gemeenten gaan ons daarin volgen.
Waar staan jullie op die ladder?
Wij zitten nu op niveau 3 en gaan in 2019 naar niveau 4. Dat zegt niets over of je wel of niet goed presteert, het zegt iets over waar je de uitstoot hebt en waar je kunt verbeteren. Je weet wat je totale verbruik is, waar dat zit en waar je kunt besparen.
Wil je als gemeente het goede voorbeeld geven?
We zijn een fairtrade gemeente en proberen op alle vlakken het goede te doen, maar de middelen zijn wel heel beperkt. Ik denk dat dat voor iedere gemeente zo is. We vinden het heel belangrijk maar hebben niet de middelen om het allemaal in een keer te regelen. We hebben er dan ook voor gekozen om duurzaamheid te beschouwen als iets dat we in alles willen nastreven en waar we onze inwoners, bedrijven en partners voor nodig hebben om het te realiseren. We hebben niet de middelen om het af te kopen en kunnen mensen niet opleggen dat ze dingen moeten gaan doen. We moeten het samen doen.
Over hoeveel middelen hebben we het?
We hebben ongeveer een ton voor duurzaamheid en klimaat. Een deel zit in uren, een deel in subsidies. Dat is ontzettend beperkt. In de regio Arnhem-Nijmegen hebben we gezamenlijk al afspraken gemaakt en de regionale energiestrategie start in 2019. We moeten komend jaar een warmteplan maken en de provincie maakt op dit moment een klimaatplan, dat is iets wat wij ook graag willen doen met een klimaattop en klimaattafels.
Voorlopig ga je vooral heel veel plannen maken?
Er komen plannen aan maar de tijd van praten is wel voorbij. Er moeten concrete resultaten komen. Zonnepanelen op het huis, isolatie, duurzame mobiliteit. Dat gebeurt allemaal in de wijk. We hebben zes dorpen waar mensen aan de slag willen en ook echt kijken wat ze kunnen op het gebied van verduurzamen. Denk aan elektrische deelauto’s, samen zonnepanelen aanschaffen, isoleren en energie opwekken. We gaan niets opleggen maar het samen met de inwoners doen.
Leeft duurzaamheid onder de inwoners?
Zeker. Recent hebben we in Oosterbeek bijvoorbeeld een avond gehad waar zestig mensen uit de wijk met elkaar in gesprek zijn gegaan over wat ze willen. Het kan gaan over het vergroenen van de wijk, van het gas af gaan of zonnepanelen aanschaffen. Daar zijn nog veel vragen over en wij kunnen daar als gemeente in ondersteunen en het proces begeleiden, maar de avond was opgezet vanuit de wijk.
Jullie werken veel wijkgericht?
We zetten heel erg in op dorpsgericht en wijkgericht werken. Geen dorp is hetzelfde en de sociale cohesie is niet in elke wijk hetzelfde. Je moet dus differentiëren. Het ene dorp kan het zelf oppakken en het andere dorp heeft veel meer ondersteuning nodig. We gaan uitzoeken wat de wijken zelf kunnen en waar ze ons voor nodig hebben.
Hoe wil je dit gaan doen?
Ik wil een lokale klimaattop organiseren waar we inwoners, bedrijven en partners bij elkaar aan verschillende tafels zetten. Aan de tafels van de klimaattop wil ik in gesprek gaan en zorgen dat we met z’n allen handelingsperspectief hebben. Zodat besluiten leiden tot acties, besparing en duurzame opwek. We moeten met z’n allen kennis vergaren die nodig is om bepaalde stappen te zetten en afspraken maken met concrete jaartallen. Dat moet vooral concrete vierkante meters aan zonnepanelen opleveren, en concrete besparing door isolatie.
Samen bedenken hoe je de plannen gaat uitvoeren dus?
Het hele idee erachter is dat je het samen moet doen, we kunnen niets opleggen. Je wilt samen kijken wat wijsheid is. Een euro kun je maar één keer uitgeven. Welke actie levert het meeste op? Je denk het snelst aan isolatie, dat is het meest effectief per euro. Daarna zonnepanelen, ook dat is heel effectief. Vervolgens moet je op langere termijn kijken naar van het gas af gaan.
En windenergie?
We staan ook open voor windenergie. De provincie heeft geen windzoekgebieden aangewezen in onze gemeente, maar er zijn wel plekken waar windenergie mogelijk is volgens de windvisie van de provincie. We moeten dus niet, maar we mogen wel. Daarbij is niet gezegd dat het ook draagvlak heeft. Het is de vraag of het lukt, maar we hebben alles nodig.
Ook zonneparken?
Ook zonnevelden. De druk op de grond in onze gemeente is gigantisch en de concurrentie tussen landbouwgrond, natuur, bebouwing en ruimte voor energie-initiatieven is groot. Zonnevelden moeten we dan ook zorgvuldig afwegen. Stel dat er over twee of drie jaar nieuwe technologieën zijn. Dan is het gesprek ineens heel anders, maar met de huidige technieken zie ik niet hoe we het anders kunnen bolwerken.
Hoe staan jullie er nu voor, qua duurzaam opgewekte energie?
Als je kijkt naar de landelijke cijfers, is onze energie voor zes procent redelijk duurzaam opgewekt. Dat is veel te laag. We hebben een grote papierfabriek in onze gemeente en daar worden ongehoorde hoeveelheden energie verstookt. Als je die helemaal zou omschakelen naar geothermie, heb je bijna de helft van het energieverbruik van de gemeente afgedekt. Op het moment is het zo dat er langzamerhand meer zonnepanelen verschijnen. Alle nieuwbouw is gasloos en volledig duurzaam, maar de uitdaging zit in de bestaande woningbouw.
Hoe wil je dat aanpakken?
Als gemeente willen we faciliteren en meedenken. Onze woningbouwvereniging moet fors belasting afdragen en dat heeft effect op hun investeringscapaciteit voor verduurzaming. Ze hebben laten weten dat ze hun doelen niet kunnen halen. Die problemen moeten we zien op te lossen. Iedere gemeente heeft hetzelfde probleem. De provincie is heel rijk, maar die maken niet zomaar vijf ton of een miljoen over naar hun gemeenten. Het rijk verwacht van ons dat wij zorgen dat Nederland duurzaam wordt. Wij moeten het beleid gaan uitvoeren en zonder middelen ben je afhankelijk van je partners. Dat is niet erg, maar de energie die je erin stopt, zit dus veel meer in processen in plaats van het aanleggen van een paar hectare zonnevelden. Ik wil snel, maar dat kan niet.
Wat wil je over vier jaar hebben bereikt?
Het liefst wil ik aan het eind van deze vier jaar dat we een wijk van het gas af hebben en dat we met alle dorpsinitiatieven een gezamenlijke investering doen met het Energieloket, de gemeente en andere partners. Daarmee komen we tot klimaatneutrale wijken. Ik wil die klimaattop hebben gehad en afspraken hebben met het bedrijfsleven, andere partners in de omgeving en onze inwoners. Ik wil van praten naar concrete plannen die dan ook al in uitvoering zijn.
Heb je nu al concrete plannen?
Bij Heveadorp, een van onze overzichtelijkste dorpen, wil ik beginnen met een wijk van de toekomst. Of in Doorwerth, waar we veel hoogbouw hebben. Dat hangt weer af van woningcorporatie Vivare, waterbedrijf Vitens, energienetwerkbedrijf Alliander, de staat van het netwerk van gasleidingen en riolering. We moeten die informatie allemaal op elkaar leggen om te kijken waar de investeringen het meest efficiënt en het meest effectief zijn. Je moet ergens beginnen en kennis opdoen. Andere gemeenten zijn er al mee begonnen en in Wageningen zijn ze bijvoorbeeld al veel verder. Daar kunnen wij van leren.
Hoe is de samenwerking met andere gemeenten?
De samenwerking is goed. We liggen op de grens van twee regio’s: de regio Food Valley en de regio Arnhem-Nijmegen. Qua duurzaamheid en economie zitten we bij de laatste, maar voor arbeidsmarkt en baanafspraken zitten we weer bij Food Valley. We krijgen van beide regio’s wat mee. Dat is prettig, maar ook een beetje schipperen. Met de regio Arnhem-Nijmegen zijn we wel stappen aan het zetten voor de energiestrategie. Over een jaar moeten we van het rijk verregaande afspraken hebben gemaakt over het klimaatakkoord en dat betekent afspraken over windmolens, mobiliteit, gebouwen en omgeving; wanneer gaat wat van het gas af. En dan nog uitvoeren natuurlijk.
Welke projecten lopen er nu al?
We hebben via de provincie een Europees subsidietraject lopen bij Driel; bij de stuw, om daar een waterkrachtcentrale te realiseren. Dat betekent energie voor zeshonderd huishoudens. Verder hebben we een aantal grote daken waar we heel veel zonnepanelen op kunnen leggen, onder meer op een grote oude steenfabriek. Met het gigantische dakoppervlak van die steenfabriek kunnen we een heel dorp van energie voorzien. Het kan een mooie postcoderoosregeling zijn. Ook zijn er plannen bij papierfabriek Parenco, met onderzoek naar geothermie. Dat is iets voor de langere termijn want we weten pas over vier tot vijf jaar of dat een realistische optie is.
En de gemeentelijke gebouwen?
We moeten iets met ons eigen gemeentehuis. Dit gebouw is oud. Het liefst wil ik dat het helemaal circulair en energieneutraal is, met nieuwbouw of renovatie. Dat is altijd een politieke kwestie. Hoeveel geld is er? We zitten nu financieel in zwaar weer dus je kunt je afvragen of dat iets is voor de korte of lange termijn. Wij gaan wel regionaal onze vloot aan voertuigen duurzaam aanbesteden. We kopen de stroom voor onze organisatie duurzaam en regionaal in en met alle wijkinitiatieven die we willen starten kunnen we op korte termijn van alles realiseren. Denk aan de elektrische deelauto. Daarvan zijn er voorbeelden in Lochem die we kunnen importeren. Ik vind wel dat de inwoners daarin de lead hebben, zij mogen van mij bepalen wat ze eerst willen en wat de vervolgstappen zijn in alles wat er moet gebeuren.
Gaan jullie 2040 halen?
Het is hard werken, iedereen is aan het rennen. Het lastige is dat 2040 haalbaar móet zijn. We hebben ook nog de warmteplannen, het klimaatplan, de regionale energiestrategie die gemaakt moeten worden. Wat mij betreft is klimaat het belangrijkste onderwerp van deze tijd. Sommige mensen zeggen dat wij maar 0,0003 procent van de mondiale uitstoot veroorzaken, maar daar gaat het niet zozeer om. Wij hebben een verantwoordelijkheid en een voorbeeldfunctie. Als wij het niet kunnen, waarom zouden ze het dan in China of Amerika of Afrika wel kunnen? Op mondiale schaal is je invloed beperkt, maar op regionaal niveau is die groot. We moeten met z’n allen gaan rennen en 2040 haalbaar maken. De techniek is er en de middelen ook, bijvoorbeeld in pensioenfondsen die tot de nok toe gevuld zijn. We moeten op een of andere manier de financiering rond zien te krijgen. Zodat we onze gebouwen en omgeving verduurzamen, zonder dat het onze inwoners heel veel extra gaat kosten.
Hoe betrek je inwoners hierbij?
Je wil niet dat de energietransitie winnaars en verliezers oplevert. Zoals het nu gaat, heb je winnaars, mensen die een Tesla kunnen veroorloven en door alle bijtellingregels voor de helft van het geld rijden. Mensen die het zich kunnen veroorloven om tienduizend euro te steken in isolatie en zevenduizend euro in zonnepanelen. Dat verdien je binnen vijf tot zeven jaar terug, daarna ben je gewoon geld aan het verdienen. Er is echter ook een grote groep mensen die niet die middelen heeft maar die ook mee moeten, zonder dat het ze heel veel kost. We moeten er met z’n allen over nadenken hoe iedereen mee kan komen.
Gaat het voor jou snel genoeg?
Ik ben optimistisch en denk dat we over een aantal jaar veel beter weten wat we allemaal moeten doen. Je merkt dat alle gemeenten weten dat ze moeten gaan rennen maar we weten niet zo goed waar we ook alweer vandaan en naartoe gingen rennen. Dat moet je eerst weten. Je moet weten wat de huidige uitstoot is en waar je je beleid op kunt sturen. Dat begint het mee voor mij.
Waarom ben jij op deze plek terechtgekomen?
Ik ben op deze plek terechtgekomen omdat ik intrinsiek gemotiveerd ben om dit tot een succes te maken. We hebben een verdeling gemaakt van posten en dan is het voor een wethouder van GroenLinks natuurlijk fantastisch als je dit mag gaan doen.
Ben je zelf duurzaam?
Ik denk dat ik zelf heel duurzaam ben. Mijn makke is dat ik voor vakanties probeer te kijken naar treinen en nachttreinen, maar slaaptreinen hebben we niet meer in Nederland. Dat maakt het lastig om naar Zuid-Europa te komen. Ik eet vrijwel geen vlees, ik heb geen auto en ik koop mijn producten overwegend biologisch. Met mijn vriendin woon ik in een huurappartement en dat heeft nog enkel glas dus daar valt nog veel te verbeteren. In huis hebben we wel allemaal ledlampen. Ik ben er voor mezelf heel bewust mee bezig. Zonder auto kan ik prima uit de voeten. Ik fiets alles of neem het openbaar vervoer en als ik voor mijn werk de weg op moet, hebben we elektrische auto’s.
Ben je altijd zo bewust geweest?
Rond mijn tiende, elfde jaar ben ik gaan nadenken over de natuur. Ik was lid van Greenpeace en had een sterk gevoel voor mijn omgeving. Dat begon met groen maar ging over in klimaat en energie.
Probeer je daar nu iets aan te doen als wethouder?
Ik denk dat ik als wethouder echt iets kan bijdragen. Als het hier niet kan, waar dan wel? Het voordeel van wethouder zijn is dat je heel dicht bij het vuur zit. Daar waar de gemeente invloed kan uitoefenen, en dat heeft beperkingen, kun je sturen. Je ziet direct wat het doet; de feedback is heel direct.
Hoe ga je ervoor zorgen dat de doelstellingen worden gehaald?
De grote lijn is helder. 2040 is helder, 2023 is helder. Zeggen dat je dat wil halen is makkelijk. We hebben belangrijke stappen gezet maar nu moeten we gaan handelen. Dat is niet eenvoudig in een gemeente waar grofweg 90 procent Natura 2000 is en de rest of dorp of landbouw, met twee snelwegen en een spoorlijn. Je handelingsperspectief is niet zo groot als in een gemeente als Apeldoorn, die veel meer oppervlakte heeft om iets te doen. We pakken alles aan wat we kunnen vinden. Dat is een uitdaging waarbij je afhankelijk bent van derden en dat betekent dat je continu het gesprek moet aangaan. Je bent niet klaar met praten als je gaat handelen. We moeten altijd blijven praten én intussen ook handelen.
Renkum: Joa Maouche (GroenLinks)
Joa Maouche studeerde Urban Environmental Management en Planning aan de Wageningen Universiteit (‘stedelijk omgevingsmanagement en ruimtelijk ordening’ met een duurzame invalshoek). Hij woont met veel plezier in Renkum, maakt geregeld tochten op de racefiets, gaat hardlopen in de bossen of geniet van de open heide te paard. Op twintigjarige leeftijd begon hij bij GroenLinks in Friesland, waarbij hij op verschillende manieren heeft geprobeerd politiek dichter bij jongeren te krijgen. Hij omschrijft zijn stijl van politiek bedrijven als een van slimme en originele plannen bedenken op basis van de informatie uit het netwerk. “Politiek maak je niet in achterkamertjes, maar met een open vizier. Resultaten boek je door open te staan voor de wensen van anderen, mogelijke verbindingen en overeenkomsten te benoemen en samen te werken.”
In de gemeente Renkum heeft hij in zijn portefeuille:
• Klimaat, duurzaamheid
• Natuur en milieu
• Invoering omgevingswet
• Omgevingsvisie
• Landschap, landgoederen en landbouw
• Dierenwelzijn
• Beheer openbare ruimte
• Werk en inkomen en arbeidsparticipatie
Interview en tekst: @tefkevandijk